De Sloveense mezzosopraan Barbara Kozelj, woonachtig in Nederland, studeerde aan de Muziekacademie van Ljubljana, het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, de Dutch National Opera Academy en de Dutch Opera Studio. Ze ontving coaching van onder anderen Sasja Hunnego, Meinard Kraak, Ann Murray, Graciela Araya en Anne Sofie von Otter.

​

Haar carrière kreeg een impuls met haar debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest in 2012, in Bachs Matthäus-Passion onder leiding van Iván Fischer. Sindsdien werkte ze met het Budapest Festival Orchestra, de Academy of Ancient Music onder Richard Egarr, het Gabrieli Consort and Players met Paul McCreesh, en dirigenten als Reinbert de Leeuw, Kenneth Montgomery, Jan Willem de Vriend, Ed Spanjaard, Gennadi Rozjdestvenski, Neeme Järvi, Antony Hermus en Otto Tausk.

Barbara Kozelj bouwde een breed operarepertoire op met rollen bij onder meer De Nationale Opera, Opera2day, het Aalto-Musiktheater Essen en de Oper Bonn. Als concertzangeres bestrijkt ze repertoire van de barok tot aan Mahler en Berlioz’ Les nuits d’été. Haar artistieke veelzijdigheid spreekt ook hedendaagse componisten aan: in 2015 zong ze de wereldpremière van Dobro do van Max Knigge, gebaseerd op haar eigen levensverhaal.

​

In 2019 maakte ze haar recitaldebuut in de Vocale Serie met pianist Julius Drake en trad ze in de Kleine Zaal op met ensemble Le Nuove Musiche in muziek van Caccini.